Basisprincipes
Een osteopaat bekijkt het lichaam als een geheel. Door de mens als één geheel te zien en te behandelen, verbetert vaak niet alleen de klacht waar de patiënt voor komt maar ook andere lichamelijke klachten kunnen verbeteren of verdwijnen.
Daarbij is het de enige manuele behandelwijze die het parietale systeem (botten, spieren en gewrichten), het viscerale systeem (de organen) en het craniale systeem (schedel) met elkaar in verband brengt.
Alle lichaamsweefsels hebben invloed op elkaar. Dat komt omdat het zenuwstelsel, de bloedvaten, het bewegingsapparaat en de organen met elkaar verbonden zijn via bindweefsel (bijvoorbeeld de fascia). In het lichaam vormen de fascia een soort radarwerk dat loopt van kop tot teen. De fascia is een van de verklaringen waarom een blokkade op een bepaalde plaats in het lichaam kan leiden tot symptomen op een totaal andere plaats. Zo kunnen een maag of lever klachten geven in de schouder of kunnen darmklachten pijn in de onderrug veroorzaken.
Bewegingsverlies
Bewegingsverlies van een of meerdere lichaamsweefsels kan een negatief effect hebben op het functioneren ervan en het evenwicht van het lichaam verstoren waardoor klachten kunnen ontstaan.
Bewegingsverlies kan worden veroorzaakt door een trauma (val, blessure of ongeluk), een operatie, overbelasting, stress, verkeerde ademhaling, slechte voedingsgewoonten, allergieën of intolleranties.
Wetenschappelijk onderzoek
In de osteopathie wordt steeds meer wetenschappelijk onderzoek verricht. Uit deze onderzoeken blijkt dat osteopathie effectief is voor tal van klachten. Op de site van het SWOO (Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Osteopathie) vindt u enkele studies waarbij de effectiviteit van osteopathische behandelingen bij diverse aandoeningen werd onderzocht.